Voor en na de Tweede wereldoorlog

Voor en na de Tweede wereldoorlog
1936-1962

De oudste zoon van de Nederlandse premier, Anton Colijn in 1936 op succesvolle expeditie naar de Castenszpiramide (4884 meter) in het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea en derhalve toen de hoogste berg van het koninkrijk.

Expeditie naar de Carstenszpiramide
1936

De Puncak Jaya of Carstenzpiramide (4884 meter) is een berg in de Indonesische provincie Papoea, het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea. In die tijd dus de hoogste top van het koninkrijk. Deze top maakt deel uit van het bergmassief van het Jayawijaya gebergte of Sneeuwgebergte. Het is de hoogste top van Oceanië en staat vermeld op de lijst van de zeven hoogste bergen op elk continent (Seven Summits). In 1936 is het bergmassief voor het eerst door Nederlanders beklommen tijdens een expeditie onder leiding van (de zoon van de Nederlandse premier) dr. Anton H. Colijn, de geoloog J.J. Dozy en de ingenieur & marinepiloot F.J. Wissel. Ze beklommen de Ngga Pulu en berekenden de hoogte van deze top op 4906 meter. De beklimming van de Carstenzpiramide zelf mislukt. Door de weersomstandigheden komen ze niet door de noordwand en zijn ze gedwongen op te geven. Men wist overigens niet welke top van dit bergmassief de hoogste was.

Younggraat Breithorn broer & zus Roelfsema
1936
In deze periode gaan de eerste Nederlandse alpinisten zonder een gids beklimmingen uitvoeren. De gebroeders Jolles behoorden tot deze eerste groep. Bijzonder was de eerste gidsloze beklimming van Engbertus Johannes (‘Roeli’) Roelfsema samen met zijn zus Annie van de Younggraat op de Breithorn nabij Zermatt. Zowel internationaal als onder het gidsencorps van Zermatt baarde deze beklimming bewondering. Roelfsema werd in 1943 door een moordcommando van de Nederlandse Germaanse SS vermoord (Operatie Silbertanne). Annie speelde jarenlang een belangrijke rol in de KNAV.

‘De grote Verwildering’ boek A. den Doolaard
1936
In 1936 verscheen het boek van A. den Doolaard over de eerste beklimming van de Mont Blanc onder de titel ‘De grote Verwildering’. Het is een geromantiseerde reconstructie van de tocht naar de top door Balmat en Paccard. Den Doolaard (synoniem van Cornelis Johannes George – Bob – Spoelstra) beklimt op 23 februari 1930 ten koste van negen bevroren vingers de Mont Blanc, hij verbleef lange periodes in Chamonix.

Het allereerste Nederlandse boek over alpinime

Klassiekers van de Nederlandse bergsportliteratuur
– Philips Christiaan Visser – Boven en beneden de sneeuwgrens (1910)
– Anton Colijn – Naar de eeuwige sneeuw van tropisch Nederland: de bestijging van het Carstenszgebergte (1937)
– Cees G. Egeler – Naar onbestegen Andes-toppen (1953)
– Xander Verrijn Stuart – Annapurna 8091 meter. Nederlandse klimmers in de Himalaya (1978)
– Ronald Naar – Klimmen. Op zoek naar evenwicht (1981)
– Xander Verrijn Stuart – Mount Everest. Het verhaal van een mislukte expeditie (1984)
– Bart Vos – Himalaya dagboek (1988)
– Robert Eckhardt – Passie voor een berg (1993)
– Katja Staartjes – Hoog spel (1999)

 

Oprichting NBV
1949
Na de oorlog wordt in 1949 vanuit de Nederlandse Reis-Vereniging de ‘Sektion Holland van de Oesterreichischer Alpenverein’ opgericht. In het bestuur van de Sektion Holland zitten aanvankelijk ook vertegenwoordigers van de NAV. De Sektion Holland richt zich voornamelijk op Oostenrijk. In 1971 wordt de naam van de Sektion Holland gewijzigd in Nederlandse Bergsport Vereniging (NBV). De formele status van de NBV blijft echter tot aan de fusie met de KNAV, die van een buitenlandse sectie van de Oesterreichischer Alpenverein.

Tom de Booij, Cees Egeler en de Franse berggids Lionel Terray hier op de top van de Soray met op de achtergrond de Nevado Salcantay tijdens de Andesexpeditie in 1956 naar de Cordillera Blanca in Peru.

Huantsán
1952
Een expeditie van Cees Egeler, Tom de Booij en Lionel Terray bereikt in 1952 de Nevado Huantsán met 6395 meter de hoogste onbestegen berg in de Andes in Peru. Weliswaar een Nederlands succes, maar het was zeker dankzij de grote kwaliteiten van Lionel Terray dat dit succes behaald werd. Lionel Terray maakte ook deel uit van de geslaagde Franse expeditie naar de Annapurna in 1950 waarbij voor het eerst in de geschiedenis een berg van boven de 8000 meter werd beklommen.

Belangrijkste Nederlandse expedities
– Karakorum expedities van het echtpaar Visser-Hooft (1922-1935)
– Huantsán in de Andes (1952)
– Nilgiri in de Himalaya (1962)
– Annapurna in de Himalaya (1977)
– Mount Everest in de Himalaya Tibet (noordcol) (1982)
– Mount Everest in de Himalaya Nepal (zuidcol) (1984)
– Jannu in de Himalaya (1987)
– K2 in de Karakorum (1995)

 

Tom de Booij met Lionel Terray op de top van l’Aiguille Verte

Invitatiecursussen – bergsportopleidingen
1953
Tom de Booij was de initiatiefnemer van wat later de ‘Invitatiecursussen’ werd genoemd. Deze cursussen stonden onder leiding van topgidsen uit Chamonix en waren bedoeld om veelbelovende Nederlandse alpinisten voor te bereiden op het zelfstandig maken van grote tochten en beklimmingen. Hiermee werd mede de basis gelegd voor het latere opleidingsprogramma van de huidige bergsportvereniging. De eerste invitatiecursus stond onder leiding van Lionel Terray en Pierre Couttet.
In hetzelfde jaar vindt ook de eerste bergsportcursus op de Kaunergrathütte in Oostenrijk plaats formeel onder auspiciën van de KNAV en onder supervisie van de berggids Hermann Bratschko.

Holger Lookeren Campagne op de top van de Nilgiri

De Van Lookeren Campagnes op de Nilgiri (Noord)
1962
De KNAV bestaat 60 jaar. Tom de Booij en Cees Egeler organiseren een expeditie naar de Nilgiri (7061 meter) in Nepal in de omgeving van de Annapurna, uiteraard alpinistisch geleid door Lionel Terray. Op 19 oktober bereiken de drie broers Holger, Paul en Peter van Lookeren Campagne, met Terray en sherpa Wongdi, de top. De eerste Nederlanders op een top boven de 7000 meter.

Lionel Terray in de wand van de Nilgiri